Naar aanleiding van berichtgeving d.d. 31 mei 2019 in de media, https://www.omroepzeeland.nl/nieuws/113249/Risico-s-nucleaire-transporten-over-Westerschelde-onvoldoende-onderzocht, vraagt GroenLinks uitleg over het onderwerp “risico’s nucleaire transporten over de Westerschelde” aan het college.

Tien keer per maand wordt er radioactief materiaal vervoerd over de Westerschelde, maar de mogelijke gevolgen van een incident met zo'n transport zijn onvoldoende in beeld gebracht. Dat is de conclusie van het radioprogramma Reporter Radio op NPO1.

Dat de transporten plaatsvinden is onder de verantwoordelijke instanties al langer bekend. De Belgische atoomwaakhond FANC verleent de vergunningen voor het transport. Bovendien worden zowel de Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) als de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA) telkens van de transporten op de hoogte gebracht.

Toch is onduidelijk hoe groot de risico's zijn van deze transporten. Zo is de kans dat er brand ontstaat op een containerschip op de Westerschelde niet in kaart gebracht. Ook blijkt dat er geen onderzoek is gedaan naar hoe groot de gevolgen van zo'n brand zijn.

Vragen aan het College:

  1. Van de containers die in 2018 vanwege het hoge risicoprofiel geselecteerd waren voor controles, bleek bovendien 33 procent niet te voldoen aan de veiligheidseisen. Is bij het college bekend, duidelijk, hoe groot en wat de risico’s van deze transporten zijn?
  2. Is het college op de hoogte dat naast andere gevaarlijke stoffen het radioactieve stof uraniumhexafluoride over de Westerschelde wordt vervoerd?
  3. Kunt u aangeven wat de schaalvergroting, het aantal schepen dat containers met radioactief materiaal over de Westerschelde verplaatst, is ten opzichte van 5 tot 10 jaar terug is?
  4. Bent u het eens dat door schaalvergroting de kans op een eventuele calamiteit toeneemt?
  5. Deelt u het inzicht van GroenLinks dat zowel de kans op een incident als de grootte van de gevolgen hiervan in kaart gebracht en onderzocht moeten worden?
  6. Welke stappen wil en kan het college ondernemen om de risico’s op een calamiteit te minimaliseren?

 

Fractie GroenLinks

Jeroen Portier en Gorana Kordis

 

Beantwoording schriftelijke vragen artikel 34 inzake vragen namens Groen links betreffende risico's nucleaire transporten over Westerschelde.

Geachte heer Portier en mevrouw Kordis,

Naar aanleiding van de door uw fractie ingediende vragen ex artikel 34 RvO informeren wiju, na afstemming met de VRZ en Rijkswaterstaat, als volgt.

Vraag 1

Van de containers die in 2018 vanwege het hoge risicoprofiel geselecteerd waren voor controles, bleek bovendien 33 procent niet te voldoen aan de veiligheidseisen. Is bij het college bekend, duidelijk, hoe groot en wat de risico's van deze transporten zijn?

Ons antwoord

De genoemde getallen zijn niet van toepassing op transporten van nucleair materiaal over de Westerschelde. In de haven van Antwerpen houdt het Belgische Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) toezicht op de transporten met nucleair materiaal die via de Westerschelde van en naar de haven van Antwerpen varen. Het FANC heeft afgelopen jaren geen nalevingstekorten geconstateerd die de veiligheid in gevaar brengen. De Nederlandse Inspectie Leefomgeving en Transport (Inspectie ILT) controleert risicogestuurd op het transport van gevaarlijke stoffen. Van de risicogestuurde controles van transport van gevaarlijke stoffen over lucht, water, spoor en weg over heel Nederland blijkt ongeveer 33% niet te voldoen aan één of meer van de veiligheidseisen. Specifiek voor nucleaire stoffen geldt, dat zij vallen onder de Kernenergiewet en het toezicht en de handhaving daarop ressorteert onder De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS).

 

Vraag 2

Is het college op de hoogte dat naast andere gevaarlijke stoffen het radioactieve stof uraniumhexafluoride over de Westerschelde wordt vervoerd?

Ons antwoord

VRZ is, in het algemeen, op de hoogte dat transport van uraniumhexafluoride over de Westerschelde plaatsvindt. VRZ wordt echter niet per transportbeweging in kennis gesteld. Deze informatie is wel bij het FANC en ANVS bekend. Bij incidenten worden de hulpdiensten, conform standaardafspraken, geïnformeerd over de lading van de betreffende schepen. In het algemeen zijn de transportrisico’s in kaart gebracht middels de risicokaart Zeeland. Hierin zijn ook de transportroutes van gevaarlijke stoffen over de Westerschelde opgenomen.

 

Vraag 3

Kunt u aangeven wat de schaalvergroting, het aantal schepen dat containers met radioactief materiaal over de Westerschelde verplaatst, is ten opzichte van 5 tot 10 jaar terug is?

Ons antwoord

Het aantal transporten van radioactief materiaal over de Westerschelde is al jaren ongeveer gelijk. Dit betreft gemiddeld 10 transporten per maand.

 

Vraag 4

Bent u het eens dat door schaalvergroting de kans op een eventuele calamiteit toeneemt?

Ons antwoord

De praktijk wijst dit niet uit. In het Zeeuwse risicoprofiel zijn scenario’s van incidenten op het water opgenomen. Sinds 2013 is er een licht stijgende trend in het aantal significante scheepvaartongevallen met een piek in de jaren 2014 en 2015 (11 incidenten). In vergelijking met 2014 en 2015 is er vanaf 2016 en 2017 een daling naar 8 resp. 9. De cijfers over 2018 zijn nog niet beschikbaar. Het blijkt dat de binnenvaart het vaakst betrokken is bij ongevallen in de periode 2013-2017. Het aantal transporten met nucleair materiaal is al jaren gelijk, zie ook onder ‘3’.

 

Vraag 5

Deelt u het inzicht van GroenLinks dat zowel de kans op een incident als de grootte van de gevolgen hiervan in kaart gebracht en onderzocht moeten worden?

Ons antwoord

Er is in 2011 een actualisatiestudie uitgevoerd naar de risico’s van transport met gevaarlijke stoffen over de Westerschelde en de prognose over de jaren 2015-2030 in opdracht van Rijkswaterstaat. De werkelijkheid komt overeen met de beschreven prognoses uit dit rapport.

 

Vraag 6

Welke stappen wil en kan het college ondernemen om de risico's op een calamiteit te minimaliseren?

Ons antwoord

Wij onderkennen de risico’s op de Westerschelde. De hulpdiensten zijn ingericht om incidenten op het water te bestrijden. Binnen VRZ is bijvoorbeeld het programma Maritieme veiligheid opgericht om de incidentbestrijding op de Zeeuwse wateren te verbeteren. Een eventueel ongeval met uraniumhexafluoride wordt door de hulpverleningsdiensten (onder andere Veiligheidsregio en Havenautoriteiten) bestreden zoals andere incidenten met gevaarlijke stoffen. Conform ‘Incidentbestrijdingsplan Deltawateren (2013)’ kunnen de hulpdiensten beschikken over relevante ladinggegevens. Op gevaarlijke stoffen incidenten wordt frequent geoefend. Er is geen aanleiding tot het treffen van specifieke extra maatregelen voor de incidentbestrijding van een ongeval met UF6. De vragen die in de media circuleren zijn aanleiding om een expertsessie te organiseren, waarbij wordt gekeken of de bestaande procedures en werkwijzen aanpassing behoeven. In deze sessie zal daarbij aandacht zijn voor de beleving van radioactiviteit van bij transport en bij incidentbestrijding betrokken partijen en worden verbeteringen opgepakt.

Wij gaan ervan uit u hiermee in voldoende mate te hebben ingelicht.

Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Vlissingen,

de secretaris,