Toelichting

Minister Schultz van Haegen is inzake de kustbebouwing teruggefloten door de Tweede Kamer. Gedeputeerde Schönknecht  is teruggefloten door de Provinciale Staten in de haast met de kustbebouwing. Eerst een kustvisie zeggen de Staten. Dat geldt ook voor Vlissingen.

Wij, GL en PvdA fractie zitten op de lijn dat verblijfsrecreatie niet op het strand hoort. De strandhuisjes van Dishoek / Nollestrand zijn daarop een uitzondering, die historisch weliswaar verklaarbaar is, maar die niet verder moet worden uitgebreid. Wij vinden dat het strand gereserveerd behoort voor drukke en rustigere vormen van dagrecreatie. Verblijfsvoorzieningen horen aan de binnenkant van de zeewering. Een hotelfunctie voor Kon-Tiki is een (mogelijk) precedent en kan de aanloop zijn naar meer wildgroei op de Zeeuwse stranden. Dit zouden wij graag opgenomen zien in de te ontwikkelen kustvisie.

Op grond van het geldende bestemmingsplan Westduin kan het college een vergunning verlenen voor de bouw van één extra bouwlaag op een paviljoen, met de mogelijkheid om  vier hotelkamers bedrijfsmatig te exploiteren. Het ingediende plan met - let wel - acht hotelkamers voldoet niet aan de uitgangspunten gesteld in artikel 7.5 van het bestemmingsplan Westduin. 

Vragen

  1. Is het college voornemens om in afwijking van het bestemmingsplan Westduin, medewerking te verlenen aan een plan met acht hotelkamers op het Westduinstrand?
  2. Kan het college afwijken van het bestemmingsplan? Mede gezien het gegeven dat twee bestuurslagen boven de gemeente - een Minister en een Gedeputeerde - zijn teruggefloten inzake kustbebouwing? De beginselen van behoorlijk bestuur in acht nemend, worden de grenzen van bevoegdheden gerespecteerd?
  3. In het vigerende Omgevingsplan staat onder meer het volgende:

  “(…) de Provincie zal het initiatief nemen tot een nadere uitwerking van de Provinciale Kustvisie; centraal daarin staat de manier waarop nieuwe ontwikkelingen (…) gezamenlijk een plek aan de Zeeuwse Kust vinden. Hierbij wordt ook in gegaan op de (on)wenselijkheid van (tijdelijke) buitendijkse bebouwing zoals slaapstrandhuisjes en strandpaviljoens. Verder zal in dat kader ook onderzocht worden welke ontwikkelingen mogelijk zijn in de direct aan het kustfundament grenzende bredere kustzone. de (on)wenselijkheid van (tijdelijke) buitendijkse bebouwing zoals slaapstrandhuisjes en strandpaviljoens.”

Heeft de provincie i.c. het college van GS u daarover aangesproken en met welk gevolg? Zo neen bent u voornemens dit aan de provincie voor te leggen? Is er overlegd met de provincie en zo ja wat was de reactie?

  1. Wat is de rol van de gemeenteraad, is er een tijdspad te geven voor de besluitvorming met de besluitmomenten van de verschillende betrokken bestuursorganen?
  2. Bent u met ons van mening dat het plan Kon-Tiki Beach vooralsnog en in afwachting van de Kustvisie strijdig is met het Omgevingsplan en de besluitvorming daarover dient te worden stop gezet?
  3. Waarom komt u met dit plan c.q. de besluitvorming ervan in de zomerperiode als Zeeland vakantie viert en de gemeenteraad voorlopig niet vergadert?
  4. Bent u met ons van mening dat er gelet op de discussie in Tweede Kamer en Provinciale Staten over de kustbebouwing er geen sprake kan zijn van nieuwe activiteiten zolang die discussie niet is afgerond?

Vlissingen, 26 augustus 2016

Namens de GL-fractie, Els Verhage en

de PvdA-fractie, Frances Oreel

 

http://www.pzc.nl/regio/walcheren/pvda-en-gl-boos-om-plan-strandhotel-i…

http://www.nu.nl/walcheren/4313919/groenlinks-en-pvda-willen-stop-bouwp…