Voorzitter,

In de visienota Kostbare Ruimte[i] van maart 2016 heeft de ledenvergadering van GroenLinks Zeeland een overduidelijk signaal afgegeven hoe gehandeld moet worden om de verdere verloedering van onze kust en het achterliggende gebied tegen te gaan. Kort samengevat komt dat neer op:

  • Direct stoppen met de kust- en strandbebouwing voor het gehele estuarium;
  • De kustvisie dient aan te sluiten bij de gevoelens van een meerderheid van de Tweede Kamer (motie PvdA (Cegerekiv) d.d. 3 maart 2016). De Kamer vraagt daarin harde garanties ter bescherming van de gehele Nederlandse kust;
  • De recreatiesector moet meer verduurzamen; krimp ten bate van natuurcompensatie is daarbij uitgangspunt.
 

 

Zet dat eens af tegen de Kustvisie, zoals die nu voor ons ligt. Na de PvdA motie heeft het er alle schijn van dat een aantal gemeenten als bezetenen aan het werk zijn gegaan om er nog van alles in te fietsen. Dit met als doel om maar te ontsnappen aan de kustvisie c.q. het Omgevingsplan. Vlissingen heeft daaraan volop meegedaan, met als dieptepunt het Nollebos en Kontiki Beach. Het bestemmingsplan voor Kontiki Beach werd nog wat opgerekt en zo kon ook deze ‘vriendendienst’ worden afgesloten. In plaats van een voorbereidingsbesluit te nemen werd geanticipeerd op uitbreiding. Voor wat niet meekon in categorie 1 van de notitie overgangsbeleid, werd een categorie 2 en 3 toegevoegd. In tussen werd met alle gevolgen van dien de planning voor het nieuwe Omgevingsplan opgerekt. En zo konden twee wethouders van Schouwen Duiveland en een gedeputeerde van de VVD[i] hun plannen door ontwikkelen. De Zeeuwse Lagune is nog spannend, maar Brouwerseiland ligt voorlopig bij de Raad van State. Het Omgevingsplan kan niet eerder in procedure komen, althans niet voor de kustbebouwing. Dat lukte onlangs wel om het tijdelijk verblijf van duizenden kippen in onze provincie - naar men zegt- wat aangenamer te maken. Binnen ‘no time’ lag er een aanpassing van het Omgevingsplan.

Het collegevoorstel is uiteindelijk dus breder dan alleen de gemeente Vlissingen. Stemmen wij vanavond in dan maken wij het aannemen van de gehele kustvisie mogelijk. Met andere woorden wij zijn daar dan medeverantwoordelijk voor. Provinciale Staten kunnen met het Omgevingsplan nadien nog van alles aanpassen.

Conclusie moet m.i. zijn dat deze bestuurslaag alleen ten eigen faveure heeft gehandeld en naar de mening van GL niet in staat is geweest om grensoverschrijdend te denken en doen. GL wil geen deelgenoot worden van een visie (als bouwsteen voor het Omgevingsplan) waarin al de nodige ongewenste ontwikkelingen zijn opgenomen. Ook het afsluiten van een convenant zet geen zoden aan de dijk. Een convenant is immers niet meer en minder dan in dit geval een afspraak van de overheid met een of meer partijen gericht op het realiseren van bepaalde (beleids-) doelstellingen en informeel van karakter. De vluchtroute is overigens in artikel 7 van het convenant al aangegeven. [ii]In dit convenant zijn bovendien alle partijen in principe gelijkwaardig. Kortom ook de juridische borging van de kustvisie is zeer discutabel. Bovendien hoeft de Zeeuwse Kustvisie uiterlijk 1 januari 2019 in beleidsplannen etc. vertaald te worden of wordt bedoeld zijn???? De vraag is: hoe afdwingbaar is dat dan?

Mijn voor Zeeland beschamende conclusie moet zijn dat iedereen geweldig zijn best heeft gedaan, maar dat wij er naar Zeeuws model niet zijn uitgekomen. Het is een houtje-touwtje oplossing. Het is misschien enigszins acceptabel, maar zeker voor verbetering vatbaar. Dat wordt ook wel de Zeeuwse ziekte genoemd. Wij komende er weer niet uit.

Laten wij die beschamende boodschap maar aan de minister overbrengen, met het verzoek voor ons de PvdA motie d.d. 3 maart 2016 uit te voeren. Alternatief is wellicht dat u onze visienota Kostbare Ruimte van maart 2016 overneem

 

[i] De wethouders van SD en Noord Beveland alsmede ged. Schönknecht.

[ii] Partijen komen overeen dat de nakoming van afspraken in dit convenant niet in rechte afdwingbaar zijn.