Een tweede punt van groot belang betreft de positie van de inwoners van de provincie Zeeland; ze komen met hun belang en welzijn in deze kadernota nergens expliciet in beeld. Met de ontwikkelingen in een aantal toeristische locaties in gedachten mogen de bewoners van Zeeland nadrukkelijk bescherming van hun belang van hun volksvertegenwoordigers verwachten. Wij pleiten derhalve voor een integrale toetsing in ieder hoofdstuk en de daar voorliggende keuzes van het belang van de inwoners van de provincie Zeeland.
Ten derde: hoewel aangekondigd als een kapstoknota moeten wij constateren dat in de provincie Zeeland – en ook in aanliggende gebieden buiten de provinciegrenzen, voor de natuur en het welbevinden van inwoners negatieve ontwikkelingen gaande zijn die niet wachten op nadere nota’s en uitvoeringsprogramma’s. Wij dringen er dan ook ten stelligste op aan deze ontwikkelingen , al dan niet via de informatie van burgerinitiatieven, in beeld te brengen en onomkeerbare besluiten en werkzaamheden te blokkeren totdat het beleid volledig is uitgekristalliseerd en in uitvoeringsprogramma’s is vastgelegd. Wij pleiten ervoor dit moratorium per 1 oktober 2016 in te laten gaan.
De Kadernota – Achtergrond en opzet
Op pagina 4 staat een verwijzing naar de bouwstenennotitie. Onder 2.1 een belangrijk uitgangspunt: burgerinitiatieven mogen geen verkapt instrument zijn voor bezuinigingen. De actiegroep Red Nollebos-Westduinpark onderschrijft dit uitgangspunt ten volle.
Hoofdstuk 1 Natuurbescherming
Pagina 7 m.b.t. streng optreden op het gebied van natuurbescherming door de provincie. Op een schaal van 1 (mild) tot 5 ( zeer streng) krijgt PZ een 3.65. Gelet op de vele bedreigingen ( zie algemeen) mag dat best naar een score tussen 4.0 en 5.
- Bescherming Natuurnetwerk Zeeland.
Hoewel de VPRZ in maart 2016 is gewijzigd, vragen wij het begrip “passende bestemming” in gemeentelijke bestemmingsplannen na vaststelling van deze Kadernota opnieuw te definiëren.
- Natura 2000. Wij pleiten ervoor om het Nollebos-Westduinpark in Vlissingen op provinciaal niveau aan de lijst toe te voegen, mét een beheerplan. Daarmee kan worden voorkomen dat spanning ontstaat met de Kustvisie van PZ ( eind 2016 klaar ) waarin het Nollebos en het Westduinpark als liggend in de kuststrook voor harde bescherming in aanmerking komen.
- Bescherming houtopstanden. Beschermd via Wet Natuurbescherming ( par. 4.1) en VRPZ ( landschap en erfgoed) Het stemt ons hoopvol in onze strijd tot duurzame bescherming van het Nollebos-Westduinpark in Vlissingen.
1.2 Soortbescherming.
Pagina 8: Keuzes . Wij pleiten voor keuze 0: Geen pro-actieve soortenbescherming. Mitigerende maatregelen lopen vooruit op feitelijke ontwikkelingen, en geven ondernemers/projectontwikkelaars de ruimte om plannen te ontwikkelen die “om bedreigde soorten en lokale kernsituaties heenwerken”. En daarmee isoleren/beperken en uiteindelijk teniet doen.
Hoofdstuk 2 Natuurbeheer
2.1 Beheer van het Natuurnetwerk Zeeland.
Pagina 12: Keuze 2 Werken met gecertificeerde beheerders. Daaraan toevoegen: kosten voor noodzakelijk onderhoud door de provincie vanwege nalatigheid van de –gecertificeerde- beheerder ook verhalen op die beheerder. Daarbij ook vastleggen dat uit- of afstel van noodzakelijk onderhoud aan gebieden waar de provincie zelf beheerder is, geen optie zal zijn. ( relatie met hoofdstuk 8 )
2.2 Beheer van natuur buiten het Natuurnetwerk Zeeland.
Pagina 12: Wij bevelen de provincie aan ook buiten de natuurgebieden te –doen- investeren in het versterken van de natuur.
2.2.1 Agrarisch natuur- en landschapsbeheer
Pagina 13. Wij steunen keuze 1. Wij wijzen erop dat ook hier lokale actiegroepen en burgerinitiatieven directe inbreng zouden moeten kunnen leveren.
2.2.2 Ecologische beheer….
Pagina 15/16 Voorkeur voor keuze 1.
P16 2.4 Faunabeheer. Keuze 0 of 1, maar beperkt tot soorten die in Zeeland van nature voorkomen, tot het niveau van de natuurlijke dichtheid.
Pagina 17: Keuze 0, maar ook schade van particulieren voor vergoeding in aanmerking brengen. Bij ongebreidelde uitbreiding van niet inheems-lokale soorten. ( Men denke aan problemen in Noord-Hollands kustgebied met vrij rondlopende kuddes herten die ’s nachts tuinen van particulieren afgrazen) dient de provincie actief maatregelen te nemen.
Pagina 20 Keuze 0 of 1. Bij keuze 1 maken wij wel de kanttekening dat deze keuze het risico van “pretparken” aan de randen van natuurgebieden in zich draagt. Zo keuze 1 al de voorkeur van PS blijkt te hebben, dan zullen er minimaal regels gesteld moeten worden op aspecten als omvang, uitstraling, inpassing in het landschap, impact op het natuurgebied en toegankelijkheid, vrij dan wel volgens de regels van de beheerder. Voorkomen moet worden dat natuurgebieden de legitimatie worden van pretparken met daarop gericht massatoerisme. Zie ook onze opmerking m.b.t 6.1 op pagina 32.
Hoofdstuk 4 Inleiding PAS.
Wij stemmen in met deze aanpak. Wel wijzen wij erop dat de plannen van de gemeente Vlissingen met het Nollebos-Westduinpark tot een forse verhoging van de stikstofuitstoot ( NOX ) zullen leiden en daarmee de ontwikkeling van het onlangs door het waterschap Scheldestromen aangelegd natuurcompensatiegebied niet alleen zal schaden, maar ook het in hoofdstuk 3 genoemde uitgangspunt van toegankelijkheid en beleefbaarheid van natuur zal aantasten.
Hoofdstuk 5 Natuurverbreding.
Uitgangspunt van de nota: “van natuurbescherming tégen naar natuurbescherming dóór de samenleving. Wij vinden dat een mooi streven, maar het mag er niet toe leiden dat de –provinciale- overheid zich terugtrekt en de natuurbescherming overlaat aan “het vrije spel der maatschappelijke krachten”.
Bij natuurcombinaties is ook opgenomen : cultureel erfgoed. Langs de Walcherse zeekust is op ruime schaal een combinatie van natuur en cultureel erfgoed aanwezig, zoals bijvoorbeeld in het Vlissingse Nollebos-Westduinpark. Deze unieke combinatie verdient bescherming over deze twee lijnen.
5.1 Maatschappelijke initiatieven. Een belangrijk uitgangspunt: maatschappelijke initiatieven mogen niet worden beschouwd als middel om overheidsdoelen te behalen. Voor de vele vrijwilligers in Zeeland betekent dat dat een eventuele bijdrage aan het onderhoud van gebieden die in deze kadernota aan de orde zijn de betreffende gemeentes niet ontslaat van haar onderhoudsplicht. Wij zouden daar het beleidsprincipe “instandhoudingsplicht” aan toe willen voegen, om te voorkomen dat een (semi)overheid een gebied verkoopt vanwege hoge onderhoudskosten.
Pagina 27 Wij richten ons primair op keuze 2. Naast algemene kennis van zaken is het ontbreken van financiële middelen (te) vaak een hoge drempel voor lokale initiatieven. Daarmee staan inwoners vanaf het begin op achterstand tegenover beroepsorganisaties en bedrijven.
5.2 Ondersteuning vrijwilligers. Wij pleiten voor keuze2. Argumentatie als bij 5.1, keuze 2
5.3 Aanwijzen multifunctionele bufferzones.
Pagina 28 De voorgestelde koppeling met de deelgebiedenbenadering in de Kustvisie ( die eind 2016 wordt vastgesteld) is absoluut van belang i.v.m. kwetsbare gebieden in en tegen de kuststrook. Wij pleiten ervoor om gebieden langs de Bachlaan en de Galgeweg in Vlissingen als bufferzones aan te wijzen, als extra bescherming van het Nollebos-Westduinpark en het door het Waterschap Scheldestromen onlangs aangelegde natuurcompensatiegebied langs de duinen.
Pagina 29 Keuze 1 heeft onze voorkeur, mits inwoners in aanliggende locaties, al dan niet verenigd, een gelijkwaardige positie innemen. Bufferzones zullen immers effect hebben op de leefomgeving van inwoners.
Hoofdstuk 6 Natuurbeleving.
Pagina 32 Wij pleiten voor keuze 2, mits het voorzieningenniveau ondergeschikt blijft aan het doel van bezoekers: natuurbeleving. Wij wijzen “pretparken” bij de toegangen van natuurgebieden ten stelligste af. Waar de toeloop van bezoekers het voorzieningenniveau zwaar overschrijdt, moeten eerder beperkende maatregelen worden genomen op die toeloop, dan het voorzieningenniveau –steeds- uit te breiden.
Pagina 34. Wij zijn met de PCGR van mening dat er geen behoefte is aan een provinciale keuze voor het niveau, plaats en aard van de natuurbeleving van inwoners en toeristen. Natuurbeleving moet een persoonlijke keuze blijven.
Pagina 35 Wij kiezen zeker ook voor keuze 0. Juist al die kleine initiatieven bepalen de charme van een gebied en lokale waarden. De differentiatie en betrokkenheid van de initiatiefnemers zijn van grote intrinsieke waarde.
Hoofdstuk 7 Landschap
7.1 bescherming van landschappen, landschapselementen van provinciaal belang
Pagina 38 Wij richten ons in eerste instantie op keuze 1. Terzijde zij opgemerkt dat sommige landschapselementen deel uitmaken van grotere gehelen tot buiten de grenzen van de provincie Zeeland. Ons inziens zouden bij de inpassing c.q. bescherming van deze grensoverschrijdende landschapselementen bijvoorbeeld de Rijksdienst voor het behoud van Cultureel Erfgoed en Natuurmonumenten betrokken moeten worden. In ons burgerinitiatief hebben wij daar m.b.t. de bescherming van het Vlissingse deel van de Atlantik Wall en de Slag om de Schelde al op aangedrongen. Met de decentralisatie van de Wet op het Cultureel Erfgoed naar provinciaal niveau is dit het moment om hiermee een start te maken.
7.2 Bescherming van….
Pagina 39 Wij volgen de PCGR met keuze 2
7.3 Stimuleringsgebieden voor landschapsontwikkeling
Pagina 40 1e alinea. Belangrijke tekst: Boscompensatie die geïsoleerd wordt uitgevoerd heeft weinig toegevoegde landschappelijke waarde. In het geval van Vlissingen betekent het dat de onlangs door het waterschap Scheldestromen aangelegde natuurcompensatie langs de duinen tussen het Westduinpark en Dishoek van weinig tot geen waarde is als het Nollebos-Westduinpark voor de aanleg van een vakantiepark wordt verwoest.
Mogelijke oplossing voor de bescherming van het Nollebos-Westduinpark: aanwijzen van gebieden waar ruimte is voor andere functie ( o.a. bufferzones (5.1.3) langs de Bachlaan en de Galgeweg in Vlissingen) Het sluit aan bij de landschapsontwikkelingsgebieden in de Kustvisie.
Keuze 1 heeft voorlopig onze voorkeur, mits inwoners van aanliggende locaties, al dan niet verenigd, een gelijkwaardige plaats in het overleg krijgen.
7.4 landschapselementen. Cultuurhistorische elementen ( o.a. bunkers, stroomgeulen )
Wij pleiten ervoor om aan deze opsomming toe te voegen: de Westkappelse Zeedijk, de Nolledijk , de zeedijk bij Fort Rammekes, restanten van de Atlantik Wall, verkavelingspatronen, stroomgeulen. ( o.a. in het Westduinpark in Vlissingen )
Pagina 41 Wij hebben een voorkeur voor keuze 1. Juist de lokale betrokkenen weten wat er gedaan moet worden en kunnen daarvoor het beste vrijwilligers recruteren. Facilitering door de provincie is daarbij een wezenlijke steun in de rug.
Hoofdstuk 8 Uitvoering
8.1 Verinnerlijking van natuur.
Pagina 43 keuze 1 heeft onze voorkeur: de ene hand wast de andere.
8.2 Samenwerking met medeoverheden en partners
Pagina 44 Wij kiezen voor keuze 0. Wij zijn voorstander van helder overheidsbeleid, heldere financiering en democratische controle.
8.3 Uitvoeringsprogramma Wet Natuurbescherming
Pagina 45 Wij pleiten voor keuze 1, vanwege mogelijkheid van meepraten/meedenken van direct betrokkenen en toegespitst op de feitelijke situatie. Bij generieke regels glippen er altijd zaken tussendoor en wordt er al te vaak al gewerkt ( gekapt ) voordat bezwaarprocedures volledig zijn afgerond ( denk aan het Zilveren Schor ) op basis van “gewekte verwachtingen” omtrent vergunningverlening.
Hoofdstuk 9 Middelen
P47 Wij gaan voor keuze 1: beperkte middelen mogen geen eenvoudig middel zijn om noodzakelijke en gewenste ontwikkelingen in natuurbehoud af te serveren.